Zo klinkt een deel van Openbaring 1:4 in de Jita-taal, een van de talen hier. Dat klinkt nogal anders dan wij dat gewend zijn. Vandaag iets over hoe in Bijbelvertalen cultuur een hele grote rol speelt.
Onbekende woorden, dingen, plaatsen
Een grote uitdaging op het gebied van cultuur zijn woorden, ideeën en plaatsen, die in de Bijbel genoemd worden, maar die onbekend zijn in de ontvangende cultuur. In het geval van de Mara-regio in Tanzania is dat bijvoorbeeld sneeuw. In de Bijbel wordt sneeuw vaak gebruikt als een beeld van witheid en/of van iets wat schoon, puur is. In Openbaring 1:14 staat:
Zijn hoofd en zijn haren waren wit als witte wol of als sneeuw… (NBV)
De talen hier in de Mara-regio kunnen niet veel met dat beeld van sneeuw. Zou er letterlijk vertaald worden, dan dit beeld weinig tot niets communiceren aan de lezers.
Maar wat wel bekend is, is hagel. In het regenseizoen kan hier hagel vallen, en goed ook (we hebben het zelf nog niet meegemaakt, maar de verhalen doen de ronde).
Deze hagelstenen zijn hier spreekwoordelijk voor hun witheid, en dus klinkt Openbarinng 1:14 ongeveer zo:
Zijn haren waren wit als witte wol. Ze waren wit als hagelstenen…
Bekende woorden, maar andere betekenis
Onbekende woorden, dingen en plaatsen mogen dan een grote uitdaging zijn, die uitdaging is in ieder geval duidelijk zichtaar. Je loopt er als het ware vanzelf tegenaan. Als een bepaald woord niet bestaat in de ontvangende cultuur, dan moet je hier iets mee.
Maar geniepiger wordt het als een woord of begrip wel bekend is in de ontvangende cultuur, maar de betekenis, functie of associaties die opkomen toch heel anders zijn. Al vertalende denk je dat je begrepen hebt wat er in de Bijbel wordt bedoeld, en je gebruikt er het woord voor dat er in jouw taal voor wordt gebruikt.
Een goed voorbeeld is het woord ‘altaar’ in de Bijbel. In de Kabwa-gemeenschap is het begrip ‘altaar’ als een plaats om offers te brengen bekend. Maar zo’n plaats ziet er heel anders uit dan in de Bijbel. Vaak is het een plaats bij of op een berg, die helemaal opgeruimd wordt, zodat er een open ruimte ontstaat. Op die plaats wordt geofferd. Het woord ‘bouwen’ is hier dus niet echt van toepassing, terwijl je in de Bijbel regelmatig leest dat er een altaar gebouwd wordt of dat een altaar een constructie is, gemaakt van bepaalde materialen:
Toen kwam er een andere engel, die met een gouden wierookschaal bij het altaar ging staan. Hij kreeg een grote hoeveelheid wierook om die op het gouden altaar voor de troon te offeren, samen met de gebeden van alle heiligen. (Openbaring 8:3, NBV)
In dit geval kan een tekening van hoe een altaar er in Bijbelse tijden uitzag helpen.
Vijf en twee harten
Maar getallen, die zullen vast toch wel universeel zijn? Je kunt toch moeilijk anders tellen dan dat wij doen? 1 is toch gewoon 1, 2 is 2, enzovoorts?!
Nee dus. Een van de talen hier, Jita, heeft een telsysteem met vijftallen. Dat betekent concreet dat 6 gelijkstaat aan 5 + 1. En zo kom je dus uit bij de ‘vijf en twee geesten’ van Openbaring 1:4. En het getal van het beest in Openabring 13:18 klinkt zo:
[Het] getal [van het beest] is vijf en één honderdtallen, vijf en één tientallen en vijf en één.
We delen weer enkele dank- en bidpunten:
- In april reizen we naar Nairobi voor een cursusweek over lesgeven aan volwassenen in de context van Oost-Afrika. Dank voor deze kans en bid voor een veilige reis en een goede cursus.
- In de kerk is inmiddels een kinderclub/Bijbelklas gestart tijdens de diensten. Hanneke is hierbij betrokken. Dank voor dat dit gestart is, bid voor voorzieningen (er is nog geen afdakje, plek in de schaduw) en materialen, zodat de Bijbelklas door kan blijven gaan.
- In april geeft het alfabetiseringsteam een workshop voor ongeveer 15 Jita-sprekers. Tijdens deze workshop zullen zij leren andere mensen te leren lezen en schrijven in Jita. Bid dat er gemotiveerde mensen naar de workshop komen die een hart hebben voor hun taal en voor hun toekomstige studenten.
Grace and peace from the five and two spirits before his throne
This is how Revelation 1:4 sounds in the Jita language, one of the languages that the New Testament is being translated in here in the Mara region. It shows how culture influences a translation.
In the Jita language counting goes up to five. That means that the numbers 6-9 are absent. They are made by saying 5+1, 5+2, 5+3 and 5+4. That makes the number of the beast in Revelation 13:18 sound a little bit different:
[The] number [of the beast] is five and one times hundred, five and one times ten, five and one.
Unknown ideas, words, places
But it is not only in counting that cultural peculiarities show up in translation. The cultures of the Bible have so many ideas, words, concepts that are unknown to us. This holds for the languages in the Mara region just as much as for our own language.
One concept that is not known here in the Mara region in Tanzania is snow. Snow is referred to and talked about several times in the Bible as a symbol of whiteness, purity, etc. Revelation 1:14 says:
His head and hair were white like wool, as white as snow, and his eyes were like blazing fire. (NIV)
Most of the people here don’t have any experience with snow, so this comparison of his hair being white like snow, doesn’t communicate much, if anything. Rather than snow, hail is what people have experience with here. During the rainy season, a hail storm might happen.
The hailstones that fall, are proverbial for their whiteness. That makes Revelation 1:14 sound like this:
His hair was white like wool. It was as white as hailstones.
Familiar words, but different meaning
It sometimes gets even trickier when words or concepts from the Bible seem to be known, and when a corresponding word is available in the ‘host’ language. It gets tricky when there seems to be a 100% match between the word/idea from the Bible and the word/idea from, say, the Kabwa language, while there actually isn’t.
A good example is the word ‘altar’ in the Bible. In the Kabwa community the idea of a place where you sacrifice is known. It is called an ‘ahasi ha okumwensera’, ‘a place to sacrifice’. But this place looks different from an altar. It is not so much a construction that has been built. It is more a place, a piece of flat ground on a mountain that has been cleaned, and is being reserved for the purpose of bringing sacrifices.
In instances like this it might be helpful to add a picture to the translation, so that readers get an idea of what an altar in Biblical times looked like. Only using the well-known phrase ‘a place to sacrifice’ might give people a different idea of what an altar looked like ini the Bible than what it actually was.
We would like to share some points of prayer and praise again:
- In April we will travel to Nairobi to take part in a course about teaching to adults in the context of East Africa. Praise God for this chance to learn more, and pray for safe travels.
- A Bible class for children has been started in our church. Hanneke is involved in this. Praise God that it has been started, and pray for materials to use during these sessions.
- The literacy team is planning to do a teacher training in April for 15 Jita speakers. Pray that motivated people will come to the workshop who have a heart for their language and for their future students.